Samenstelling
Utrogestan Besins Healthcare Netherlands
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Orgametril Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Indicaties
- Aanvulling bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze bij climacterische klachten, ter preventie van endometriumhyperplasie;
- Tekort aan progesteron, zoals bij bepaalde cyclusstoornissen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Polymenorroe; menorragie en metrorragie;
- Bepaalde gevallen van primaire en secundaire amenorroe en oligomenorroe met onvoldoende eigen oestrogeenvorming;
- Endometriose;
- Bepaalde gevallen van endometriumcarcinoom;
- Onderdrukken van ovulatie, -pijn en menstruatie;
- Uitstellen van de menstruatie;
- Aanvulling bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze bij climacterische klachten ter preventie van hyperplasie van het endometrium.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Als aanvulling bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze
Volwassenen
Volgens de Praktische handleiding hormoonsuppletietherapie (mei 2024) als bijlage van de NVOG-richtlijn Management rondom menopauze: perimenopauzaal, bij amenorroe en geen hormonale anticonceptiebehoefte: 200 mg 1×/dag bij voorkeur 's avonds vóór het slapen gaan, gedurende 12 dagen per maand. Postmenopauzaal, bij langere behandelduur en bloedingsvrije behandeling: 100–200 mg 1×/dag bij voorkeur 's avonds vóór het slapen gaan, continu.
Bij tekort aan progesteron
Volwassenen
Volgens de fabrikant: 200 mg per dag 's avonds vóór het slapen gaan, zo nodig aangevuld met 100 mg 's morgens gedurende ten minste 12 dagen per maand.
Bij het vergeten van een dosis bij behandeling met 300 mg, de vergeten dosis niet inhalen maar de gebruikelijke dosering vervolgen; bij behandeling met 200 mg de volgende ochtend 100 mg innemen en daarna zoals gebruikelijk 200 mg innemen voor het slapen gaan.
Doseringen
Met dag 1 van de cyclus wordt bedoeld de eerste dag van de menstruatie.
Polymenorroe
Volwassenen:
5 mg per dag tijdens dag 14 t/m dag 25 van de cyclus.
Menorragie en metrorragie
Volwassenen:
10 mg per dag gedurende 10 dagen. Daarna gedurende de eerstvolgende 3 cycli: 5 mg per dag van dag 14 t/m 25 van de cyclus. Indien de klachten dan niet zijn verdwenen, is aanvullende diagnostiek noodzakelijk.
Amenorroe en oligomenorroe
Volwassenen
Begin met een oestrogeen gedurende 25 dagen en van dag 14 t/m 25 van de cyclus 5 mg lynestrenol per dag. Vervolgens treedt vaak binnen 3 dagen een onttrekkingsbloeding op. Op de 5e dag van deze onttrekkingsbloeding opnieuw beginnen met een oestrogeen gedurende 25 dagen en van dag 14 t/m 25 van de cyclus wederom 5 mg lynestrenol per dag. De behandeling hierna gedurende ten minste 1 cyclus voortzetten.
Endometriose
Volwassenen
5–10 mg per dag gedurende minstens zes maanden.
Endometriumcarcinoom
Volwassenen
30–50 mg per dag gedurende langere tijd.
Onderdrukken ovulatie, -pijn en menstruatie
Volwassenen
5 mg vanaf dag 1 van de cyclus (niet later beginnen dan op de 5 e cyclusdag) gedurende vele maanden.
Bij doorbraakbloedingen: dosis verhogen tot 10–15 mg per dag gedurende 3–5 dagen.
Uitstellen menstruatie
Volwassenen
Bij voorkeur 2 weken vóór de verwachte menstruatie beginnen: 5 mg per dag, de behandeling voortzetten zo lang als wenselijk.
Indien minder dan 1 week (uiterlijk 3 dagen) vóór de verwachte menstruatie wordt begonnen: 10–15 mg per dag. De menstruatie mag max. 1 week worden uitgesteld; dit betekent dat de max. behandelduur (afhankelijk van wanneer de behandeling is gestart, 3 tot 6 dagen vóór de verwachte menstruatie) 10 dagen tot 2 weken is. De kans op doorbraakbloedingen neemt toe naarmate later met de behandeling wordt begonnen.
Als adjuvans bij oestrogeensuppletie in de peri- en postmenopauze
Volwassenen
5 mg per dag gedurende 12–15 dagen (bv. gedurende de eerste 2 weken van iedere kalendermaand). Het oestrogeen dagelijks zonder onderbreking toedienen.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog innemen, tenzij > 24 uur te laat.
Bijwerkingen
Frequentie onbekend: doorbraakbloedingen of 'spotting', onregelmatige onttrekkingsbloedingen (met name in het begin van de behandeling). Gevoelige borsten. Misselijkheid. Vermoeidheid. Hoofdpijn of migraine. Kortdurende slaperigheid of duizeligheid (1–4 uur na toediening).
Bij een dosering van 300 mg per dag treedt vaak een regelmatig bloedingspatroon op, terwijl bij een dosering van 200 mg per dag de meeste vrouwen na enige tijd (binnen een jaar) geen onttrekkingsbloeding meer hebben.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): doorbraakbloedingen, met name tijdens de eerste twee therapiemaanden (bij cyclische toediening minder vaak). Verminderd libido, nervositeit. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Gewichtstoename, verminderde glucosetolerantie.
Vaak (1-10%): gevoeligheid van de borsten, amenorroe. Vochtretentie, hyperhidrose. Verhoogd libido, hoofdpijn, migraine, duizeligheid, depressieve stemming. Acne, jeuk, seborroe, melasma, hirsutisme, overgevoeligheid, huiduitslag, urticaria. Gestoorde leverfunctie. Abnormale lipidenwaarden (toename LDL, afname HDL).
Soms (< 1%): icterus. Verandering in vaginale of cervicale secretie.
Interacties
Bij langdurig gecombineerd gebruik (> 3 mnd.) van enzyminducerende stoffen zoals barbituraten, carbamazepine, hydantoïnederivaten of rifampicine kan de werkzaamheid van progesteron verminderen.
Interacties
Leverenzyminducerende stoffen zoals barbituraten, hydantoïnederivaten, rifampicine en carbamazepine zouden de werkzaamheid kunnen verminderen.
De werking van ciclosporine en theofylline zou kunnen toenemen. De insulinebehoefte kan toenemen.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden (lipiden, leverfunctie, koolhydraatmetabolisme, bloedstolling).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Virilisatie van de vrouwelijke foetus kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, nauwelijks.
Farmacologisch effect: Er zijn geen ongewenste effecten bij het kind of op de melkproductie waargenomen bij gebruik als anticonceptivum.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Effecten op de zuigeling en een lactatieremmende werking kunnen niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoeningen zoals cholestatische icterus of hepatitis (zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd), levertumoren, Rotor-syndroom en Dubin-Johnsonsyndroom;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- voorgeschiedenis van cholestatische icterus, herpes gestationis en verergering van otosclerose gedurende zwangerschap of steroïdgebruik;
- acute porfyrie.
Contra-indicaties
- (voorgeschiedenis van) ernstige leveraandoeningen zoals cholestatische icterus of hepatitis (zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd), levertumoren, Rotor-syndroom en Dubin-Johnsonsyndroom;
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie;
- voorgeschiedenis van icterus, herpes gestationis en verergering van otosclerose tijdens zwangerschap of gebruik van geslachtshormonen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de toediening bij abnormale leverfunctiewaarden of cholestatische icterus.
Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Bij (een voorgeschiedenis van) cardiovasculaire stoornissen regelmatig controleren, omdat met anticonceptiva die oestrogeen/progestageen bevatten, een geringe toename van deze stoornissen is gemeld. Met progesteron zijn er geen aanwijzingen voor een toegenomen risico gevonden.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens een langdurige behandeling met progestagenen wordt periodiek lichamelijk onderzoek geadviseerd. Bij geringste tekenen van trombose en bij abnormale leverfunctiewaarden de toediening staken.
Progestagenen in combinatie met oestrogenen vermeerderen de kans op veneuze trombo-embolie; de klinische relevantie hiervan voor lynestrenol als monotherapie is onbekend. Wees voorzichtig bij langdurige immobilisatie (bv. postoperatief herstel) en bij voorgeschiedenis van een trombo–embolische aandoening. Bij een voorgeschiedenis van) cardiovasculaire stoornissen regelmatig controleren, omdat met anticonceptiva die oestrogeen/progestageen bevatten, een geringe toename van deze stoornissen is gemeld. Wees voorzichtig bij bepaalde vormen van ernstige depressiviteit. Bij predispositie voor melasma direct zonlicht vermijden.
Er zijn geen klinische onderzoeken uitgevoerd bij een nier- of leverfunctiestoornis. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Eigenschappen
Steroïd, identiek aan het natuurlijke hormoon progesteron. Brengt het endometrium in de secretiefase, indien dit vooraf door oestrogenen is beïnvloed. Heeft tevens anti-proliferatieve of antimitotische effecten op het endometrium, waardoor het beschermt tegen hyperplasie van het endometrium.
Kinetische gegevens
Resorptie | 60% via de darm als progesteron en -metabolieten. |
F | 6–10% door groot first-pass-effect. |
T max | 1–4 uur. |
Overig | Belangrijkste metabolieten: actief 20-α-dihydroxyprogesteron en inactief pregnaandiol. Enterohepatische kringloop (aanzienlijk deel van de metabolieten). |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd met progestagene en zwak androgene werking. Bij ononderbroken toediening onderdrukt het zowel de ovulatie als de menstruatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
Metabolisering | in de lever tot actief norethisteron. |
T max | 2–4 uur (norethisteron). |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
progesteron (oraal) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
lynestrenol hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk