Samenstelling
Crinone Merck bv
- Toedieningsvorm
- Gel voor vaginaal gebruik
- Sterkte
- 80 mg/g
- Verpakkingsvorm
- applicator 1,125 g
De applicator bevat 90 mg progesteron.
Cyclogest Gedeon Richter Benelux Sprl.
- Toedieningsvorm
- Ovule
- Sterkte
- 400 mg
Lutinus Ferring bv
- Toedieningsvorm
- Tablet voor vaginaal gebruik
- Sterkte
- 100 mg
Utrogestan Besins Healthcare Netherlands
- Toedieningsvorm
- Capsule voor vaginaal gebruik, zacht
- Sterkte
- 200 mg, 300 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Esmya (acetaat) Gedeon Richter Benelux Sprl.
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Zie voor meer informatie over de preventie van vroeggeboorte de NVOG-richtlijn Preventie recidief spontane vroeggeboorte (2019) op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak, zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), een NSAID (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt.
Het gebruik van Esmya (ulipristal 5 mg) is beperkt tot vrouwen met matige tot ernstige symptomen van uterusmyomen bij wie embolisatie en/of chirurgische behandelmogelijkheden niet geschikt zijn of hebben gefaald, vanwege de kans op leverschade.
Indicaties
- Ondersteuning van de luteale fase bij vrouwen die geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) ondergaan.
- Preventie van een vroeggeboorte bij vrouwen met een enkelvoudige zwangerschap met een korte baarmoederhals (≤ 25 mm op een mid-trimester echografie) en/of een geschiedenis van spontane vroeggeboorte.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Intermitterende behandeling van matige tot ernstige symptomen van uterusmyomen bij volwassen premenopauzale vrouwen en bij wie embolisatie en/of chirurgische behandelmogelijkheden niet geschikt zijn of hebben gefaald.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken
Volwassenen
Crinone: vanaf de dag van het overbrengen van het embryo: 1,125 g (= 1 applicator, 90 mg progesteron) 1×/dag, bij voorkeur 's ochtends, diep in de vagina inbrengen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling voortzetten gedurende in totaal 30 dagen.
Cyclogest: 400 mg 2×/dag inbrengen in de vagina, te starten op de dag dat de eicellen worden verzameld. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling 38 dagen voortzetten, gerekend vanaf de start van de therapie.
Lutinus: 100 mg (= 1 tablet) 3×/dag in de vagina brengen met behulp van de bijgeleverde applicator, te starten na het verzamelen van de eicellen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling 30 dagen voortzetten.
Utrogestan: 300 mg 2×/dag óf 200 mg 3×/dag diep in de vagina inbrengen, te beginnen niet later dan 3 dagen na het verzamelen van de eicellen. Bij aangetoonde zwangerschap deze behandeling voortzetten tot minimaal de 7 e week van de zwangerschap en maximaal de 12 e week van de zwangerschap. Bij dosering 2×/dag, één dosis in de ochtend geven en één dosis 's avonds voor het slapengaan.
Preventie van vroeggeboorte
Volwassenen
Utrogestan: 200 mg 1×/dag diep in de vagina inbrengen, 's avonds voor het slapengaan, vanaf week 20 tot week 34 van de zwangerschap. Volgens de NVOG-richtlijn Preventie recidief spontane vroeggeboorte (2019) progesteron gebruiken vanaf week 16 tot week 36 van de zwangerschap.
Doseringen
Uterusmyomen
Volwassenen
Beginnen tijdens de eerste week van een menstruatiecyclus: 5 mg 1×/dag, gedurende een behandelcyclus van maximaal 3 maanden. Een nieuwe behandelcyclus op zijn vroegst beginnen tijdens de eerste week van de tweede menstruatie na voltooiing van de vorige behandelcyclus. Herhaalde intermitterende behandeling is onderzocht tot en met 4 intermitterende behandelcycli.
Bij het vergeten van een dosis, deze zo snel mogelijk alsnog innemen. Indien de laatste dosis langer dan 12 uur geleden is ingenomen: de vergeten dosis overslaan en verder gaan met het gebruikelijke innameschema.
Verminderde nierfunctie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij een lichte of matige nierfunctiestoornis. Gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis is niet onderzocht; gebruik wordt afgeraden, tenzij nauwlettende controle plaatsvindt.
Toediening: de tablet met wat water innemen, met of zonder voedsel.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn, slaperigheid. Opvliegers. Misselijkheid, buikpijn of -krampen, opgezette buik, obstipatie. Pijnlijke of gevoelige borsten, uterusspasmen, intermenstrueel bloedverlies ('spotting'). Vermoeidheid. Bij de vaginale gel: milde reacties op de toedieningsplaats, zoals vaginale irritatie.
Soms (0,1-1%): veranderde stemming. Duizeligheid, slapeloosheid, smaakstoornis. Bloeding. Braken, maagdilatatie, flatulentie, diarree. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, jeuk, vulvovaginale zwelling, zwelling van de borsten en het gezicht), urticaria, nachtzweten. Gewrichtspijn. Pollakisurie, incontinentie. Vulvovaginale klachten (zoals brandend gevoel, jeuk, droogte), vaginale bloeding, vaginale mycose, metrorragie, bekkenpijn, ovariële vergroting. Perifeer oedeem, gevoel van koude of warmte, gewichtstoename.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reacties.
Bij gebruik van de vaginale gel is lokale opeenhoping of klontering van de gel gemeld, wat gepaard kan gaan met vaginale irritatie, pijn en zwelling.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): amenorroe (bij ca. 79%), verdikking van het endometrium (>16 mm aan het einde van de eerste behandelcyclus, gemeten met echografie of MRI), verdwijnend bij weer optreden van de menstruatie na staken van de behandeling).
Vaak (1-10%): lichte of matige hoofdpijn, vertigo. Buikpijn, misselijkheid. Acne. Pijn in spieren en botten. Functionele ovariumcysten die in de meeste gevallen binnen een aantal weken verdwijnen. Gevoelige of pijnlijke borsten, bekkenpijn, opvliegers. Vermoeidheid, gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): symptomen van overgevoeligheid (zoals gegeneraliseerd oedeem, jeuk, huiduitslag, urticaria). Emotionele stoornis, angst. Duizeligheid. Droge mond, obstipatie. Lichte haaruitval, droge huid, hyperhidrose. Rugpijn. Urine-incontinentie. Uteriene bloedingen: in een enkel geval waren de menstruatiebloedingen zodanig overmatig tijdens of binnen 2–3 maanden na staken van de behandeling dat operatie noodzakelijk was. Metrorragie, genitale afscheiding. Asthenie, oedeem. Toename triglyceride- en cholesterolwaarden in het bloed.
Zelden (0,01-0,1%): neusbloeding. Dyspepsie, flatulentie. Geruptureerde ovariumcyste, gezwollen borsten.
Verder zijn gemeld: gevallen van leverschade en leverfalen, waarbij in sommige gevallen een transplantatie nodig was. Angio-oedeem.
Interacties
Geneesmiddelen die CYP3A4 induceren (zoals rifampicine, carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, primidon, middelen die sint-janskruid bevatten) kunnen de eliminatiesnelheid van progesteron verhogen.
Het effect van gelijktijdig gebruik van andere vaginaal gebruikte producten op de afgifte en absorptie van progesteron is niet beoordeeld en wordt niet aanbevolen.
Interacties
Sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, rifabutine, fenytoïne, fenobarbital, primidon, carbamazepine, oxcarbazepine, sint-janskruid, efavirenz, nevirapine, langdurig gebruik van ritonavir) kunnen de plasmaconcentratie verlagen; gelijktijdig gebruik daarom vermijden. De enzyminductie kan tot 2–3 weken na staken aanhouden. Matig tot sterke CYP3A4-remmers (zoals itraconazol, erytromycine, claritromycine, grapefruitsap, verapamil, ketoconazol) kunnen leiden tot verhoging van de spiegels van ulipristal; gelijktijdig gebruik wordt daarom niet aanbevolen. Progestageenhoudende middelen kunnen de werking van ulipristal verminderen door competitief aangrijpen op de progesteronreceptor; gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen.
Anderzijds kan de werking van progestageenhoudende middelen, zoals anticonceptiva, door ulipristal worden verstoord. Geneesmiddelen die progestagenen bevatten, niet gebruiken binnen 12 dagen nadat de behandeling met ulipristal is gestaakt; tijdens behandeling een niet–hormonale anticonceptiemethode toepassen. Bij gelijktijdig gebruik van ulipristal en Pgp-substraten (bv. dabigatran, digoxine) wordt aanbevolen ten minste 1,5 uur aan te houden tussen de toedieningen, omdat er aanwijzingen zijn dat ulipristal Pgp kan remmen.
Zwangerschap
Teratogenese: Een ruime hoeveelheid gegevens (van > 1000 zwangere vrouwen die progesteron vaginaal gebruikten in het begin van de zwangerschap), duidt niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen.
Advies: Uitsluitend bedoeld voor gebruik conform de indicaties en doseervoorschriften.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Overig: Vóór behandeling zwangerschap uitsluiten. Hoewel bij de meerderheid van de vrouwen tijdens de behandeling geen ovulatie plaatsvindt, wordt een niet–hormonale anticonceptiemethode aanbevolen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, nauwelijks.
Farmacologisch effect: Er zijn geen ongewenste effecten bij het kind of op de melkproductie waargenomen bij gebruik als anticonceptivum.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, ulipristal en actieve metaboliet; melk/plasmaverhouding 0,74 ± 0,32.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- onverklaarde vaginale bloeding;
- miskraam of extra-uteriene zwangerschap;
- geelzucht;
- ernstig leverfalen of ernstige leveraandoening;
- bestaande of vermoede geslachtshormoonafhankelijke maligniteit;
- (voorgeschiedenis van) arteriële of veneuze trombo-embolie, cerebrovasculair accident of ernstige tromboflebitis;
- acute porfyrie;
- prematuur gebroken vliezen (PPROM);
- Utrogestan: allergie voor pinda of soja.
Contra-indicaties
- genitale bloeding met onbekende oorzaak of met een andere oorzaak dan uterusmyomen;
- baarmoeder(hals)-, ovarium- of borstkanker;
- leveraandoening.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij vermoeden van een trombotische aandoening, gebruik staken (bv. myocardinfarct, cerebrovasculaire stoornis, arteriële of veneuze trombo-embolie, tromboflebitis of retinale trombose). Wees voorzichtig bij risicofactoren voor trombotische aandoeningen (familiaire voorgeschiedenis, leeftijd > 35 jaar, roken, risicofactoren voor atherosclerose).
Het risico op retinale vasculaire laesies is mogelijk groter; staak het gebruik van progestagenen bij optreden van een voorbijgaand ischemisch voorval, plotseling ernstige hoofdpijn of een visusstoornis gerelateerd aan papiloedeem of retinale bloeding.
Plotseling staken van toediening kan angstgevoel, humeurigheid en een verhoogde gevoeligheid voor toevallen veroorzaken.
Regelmatige controle is nodig bij:
- hartfalen, hypertensie, nierfunctiestoornis, astma, epilepsie en migraine in verband met mogelijke vochtretentie;
- diabetes mellitus wegens mogelijke afname van de glucosetolerantie;
- depressie (in de voorgeschiedenis); overweeg de behandeling te staken bij verergering van symptomen.
Bij milde tot matige leverfunctiestoornis voorzichtig zijn.
Zwangerschapscholestase of een leveraandoening is zelden tot ontwikkeling gekomen door gebruik tijdens het 2e en 3e trimester van de zwangerschap.
Een vaginale bloeding altijd onderzoeken.
Na het gebruik van de vaginale gel, kunnen gedurende een aantal dagen kleine witte bolletjes als vaginale afscheiding verschijnen, mogelijk ten gevolge van opeenhoping van gel. Lokale huidreacties kunnen ontstaan op de penis van de partner bij geslachtsgemeenschap na het aanbrengen van de vaginale gel; om dit te voorkomen kunnen condooms worden gebruikt.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzorgsmaatregelen leverfunctie: Er zijn gevallen van leverschade en leverfalen (incl. gevallen leidend tot transplantatie) gemeld. Controleer de leverfunctie vóór aanvang van de behandeling; start behandeling niet bij een ALAT en/of ASAT spiegel van > 2× ULN (afzonderlijk of in combinatie met een bilirubine van > 2× ULN). Controleer de leverfunctie eenmaal per maand tijdens de eerste 2 behandelcycli, vóórafgaand aan iedere volgende behandelcyclus en 2–4 weken na staken van de behandeling. Bij symptomen die kunnen duiden op leverschade (zoals misselijkheid, braken, pijn rechts in bovenbuik, anorexie, vermoeidheid, asthenie, geelzucht) de behandeling staken en direct een leverfunctietest uitvoeren. Bij een ALAT en/of ASAT spiegel van > 3× ULN, de behandeling staken.
Veranderingen endometrium en bloedingspatroon: Tijdens de eerste 10 dagen van behandeling treedt meestal een significante vermindering in menstrueel bloedverlies op of amenorroe; bij aanhoudend overmatig bloedverlies de patiënt adviseren contact op te nemen. De menstruatie keert over het algemeen binnen 4 weken na staken van elke behandelcyclus terug. De reversibele veranderingen die optreden in de histologie van het endometrium (PAEC) tijdens gebruik, gekenmerkt door cystisch gedilateerde klieren met gemengde oestrogene (mitotisch) en progestagene (afscheiding) effecten op het epitheel, niet verwarren met hyperplasie van het endometrium. Daarnaast kan tijdens het gebruik een reversibele verdikking van het endometrium voorkomen.
Bij herhaalde intermitterende behandeling een jaarlijkse echografie verrichten na terugkeer van de menstruatie tijdens een behandelvrije periode. Indien verdikking van het endometrium aanhoudt na terugkeer van de menstruatie tijdens de behandelvrije perioden of langer dan 3 maanden na het einde van de behandeling, en/of een afwijkend bloedingspatroon wordt bemerkt, dan onderzoek verrichten waaronder een endometriumbiopsie om onderliggende oorzaken (zoals endometriumcarcinoom) uit te sluiten.
Onderzoeksgegevens: Vanwege onvoldoende gegevens wordt het gebruik bij ernstige nierfunctiestoornis afgeraden, tenzij er nauwlettende controle plaatsvindt. De werkzaamheid en veiligheid is niet vastgesteld bij vrouwen < 18 jaar.
Een behandelcyclus mag maximaal 3 maanden duren, omdat onbekend is of langer durend gebruik een negatieve invloed heeft op het endometrium.
Gebruik door vrouwen met ernstig astma die onvoldoende op orale glucocorticoïden reageren, wordt afgeraden.
Eigenschappen
Steroïd, identiek aan het natuurlijke hormoon progesteron. Progesteron brengt het endometrium in de secretiefase, indien dit vooraf door oestrogenen is beïnvloed. Het bevordert de ontvankelijkheid voor het innestelen van een embryo. Na innesteling van het embryo helpt progesteron om de zwangerschap te handhaven.
Verder beperkt progesteron de productie van stimulerende prostaglandinen die verantwoordelijk zijn voor samentrekkingen van de baarmoeder. Het vermindert ook het vrijkomen van matrixmetalloproteasen die uitrekking en verzachting van de baarmoederhals veroorzaken. Hierdoor kan progesteron helpen om vroeggeboorte te voorkomen.
Kinetische gegevens
Overig | De vaginale gel beschikt over een systeem voor vertraagde afgifte; progesteron komt gedurende max. 72 uur continu vrij. |
Resorptie | Progesteron wordt na vaginale toediening goed geabsorbeerd door endometriumweefsel, een klein percentage komt in de systemische circulatie. |
T max | ca. 7 uur (gel), ca. 17 uur (tablet), ca. 8 uur (vaginale capsule). |
Eiwitbinding | 96–99%, m.n. aan serumalbumine en corticosteroïdbindend globuline. |
Metabolisering | in de lever tot m.n. pregnaandiolen en pregnanolonen, die vervolgens worden geconjugeerd tot glucuronide- en sulfaatmetabolieten. Metabolieten die via de gal worden uitgescheiden, kunnen een enterohepatische kringloop ondergaan. |
Eliminatie | als metabolieten: 50–60% met de urine en ca. 10% via de gal met de feces. |
T 1/2el | 34–48 uur (gel). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve progesteron-receptormodulator met voornamelijk een remmend effect op de progesteronreceptor. Het heeft een minimale affiniteit voor de androgeenreceptor en geen affiniteit voor de humane oestrogeen- en mineralocorticoïdreceptor. Het heeft een direct effect op de grootte van myomen doordat het de celproliferatie remt en apoptose induceert. Een dagelijkse dosis van 5 mg remt bij de meeste vrouwen de ovulatie en veroorzaakt een gedeeltelijke onderdrukking van de FSH-spiegel, maar niet van de serumestradiolspiegel in de midfolliculaire fase. Bij ca. 60% van de vrouwen treden na 3 maanden behandeling klasse-specifieke veranderingen in de histologie van het endometrium op, aangeduid als PAEC ('Progesterone Receptor Modulator Associated Endometrial Changes'). Gekenmerkt door een inactief en zwak profilerend epitheel, verband houdende met een asymmetrische groei van stroma en epitheel.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | ca. 1 uur (ulipristal, actieve metaboliet). |
Eiwitbinding | > 98% (ulipristal). |
Metabolisering | via vnl. CYP3A4 in enkel- en tweevoudige gedemethyleerde metabolieten en in gehydroxyleerde metabolieten. De enkelvoudige gedemethyleerde metaboliet is farmacologisch actief. |
Eliminatie | vnl. via de feces en < 10% met de urine. |
T 1/2el | ca. 38 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
progesteron (vaginaal) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
ulipristal (bij uterusmyomen) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk