Samenstelling
Livial Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolinia Sandoz bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Tibolon Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Primolut N Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Het gebruik van tibolon wordt ontraden, omdat er geen voordelen zijn ten opzichte van hormoontherapie met oestrogenen en er weinig bekend is over het optreden van ernstige bijwerkingen.
Advies
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met een analgeticum (paracetamol en/of een NSAID) en/of een gecombineerd hormonaal anticonceptivum of progestageen (oraal, IUD, implantaat). In de tweedelijnszorg kan een gonadoreline-agonist worden gegeven. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van individuele voorkeur, effectiviteit en risico’s.
Indicaties
- Symptomen van oestrogeendeficiëntie in de postmenopauze, meer dan een jaar na de menopauze.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Disfunctionele uterusbloeding.
- Menstruatieverschuiving.
- Aanvulling bij oestrogeentherapie bij de behandeling van primaire en secundaire amenorroe.
- Endometriose.
Gerelateerde informatie
Doseringen
In geval van een natuurlijke menopauze, de behandeling pas ten minste 12 maanden na de laatste menstruatie starten; in geval van een operatieve of farmacologisch geïnduceerde menopauze kan de behandeling direct worden begonnen.
Symptomen van oestrogeendeficiëntie
Volwassenen (incl. ouderen)
2,5 mg 1×/dag.
Overschakelen van een andere hormoonsuppletietherapie (HST): bij overstappen van een continu gecombineerde HST, de behandeling beginnen op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentieel gecombineerde HST, de behandeling beginnen op de dag direct na afronding van de voorafgaande behandelcyclus.
Een vergeten dosis kan tot 12 uur later worden ingenomen. Indien > 12 uur zijn verstreken, doorgaan met de volgende tablet zonder de vergeten dosis alsnog in te nemen.
Toediening: de tablet innemen zonder kauwen met wat water of een andere vloeistof, bij voorkeur steeds op hetzelfde tijdstip van de dag.
Doseringen
Disfunctionele uterusbloeding
Volwassenen
5 mg 3×/dag gedurende een kuur van 10 dagen. De bloeding stopt meestal binnen 1–3 dagen (soms pas na 5 dagen); 2–4 dagen na de kuur treedt een onttrekkingsbloeding op. Bij zware doorbraakbloedingen of niet tot stilstand komen van de bloeding tijdens behandeling, rekening houden met een organische oorzaak of een extragenitale factor (bv poliep, carcinoom van de cervix uteri of het endometrium, myoom, residu van een abortus, extra-uteriene zwangerschap of stollingsstoornis).
Om een recidief te voorkomen
Volwassenen
tijdens 3 opeenvolgende cycli: dag 16 t/m 25 (dag 1 = eerste dag van de laatste bloeding): 5 mg 1–2×/dag.
Menstruatieverschuiving
Volwassenen
Uitstellen van de menstruatie: ca. 3 dagen vóór de verwachte menstruatie: 5 mg 2–3×/dag gedurende maximaal 10–14 dagen. De onttrekkingsbloeding treedt 2–3 dagen na staken op. Deze methode is alleen bestemd voor die gevallen waarbij zwangerschap in de betreffende cyclus niet mogelijk is. Voor het vervroegen van de menstruatie heeft een progestageen/oestrogeen combinatie de voorkeur.
Amenorroe
Volwassenen
cyclische toediening: starten met oestrogenen (als voorbehandeling), daarna 5 mg norethisteron 1–2×/dag gedurende 10 dagen. Een onttrekkingsbloeding treedt enkele dagen na staken van de inname op. Bij voldoende endogene oestrogeenproductie: eventueel het oestrogeen weglaten en van dag 16 t/m 25: 5 mg norethisteron 2×/dag. Bij secundaire amenorroe vóór start behandeling zwangerschap en prolactineproducerende hypofysetumor uitsluiten.
Endometriose
Volwassenen
starten tussen cyclusdag 1 tot 5: 5 mg 2×/dag gedurende ten minste 4–6 maanden. Bij 'spotting' tijdelijk verhogen tot 10 mg 2×/dag. Bij ononderbroken dagelijkse inname treedt gewoonlijk geen ovulatie of menstruatie op; na staken treedt na enkele dagen een onttrekkingsbloeding op.
Tijdens behandeling is een ovulatie niet geheel uit te sluiten; gebruik van een niet-hormonaal voorbehoedmiddel (bv. condoom) is aangewezen. Bij uitblijven van een onttrekkingsbloeding zwangerschap uitsluiten voordat de toediening wordt gecontinueerd.
De tabletten na de maaltijd met wat vloeistof innemen om misselijkheid te voorkomen.
Bij vergeten van een tablet vóór het tijdstip van de volgende dosisinname, de vergeten dosis alsnog innemen en de volgende tablet op het gebruikelijke tijdstip.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): pijn in onderbuik. Abnormale haargroei. Vaginale afscheiding en jeuk, verdikking van de endometriumwand, postmenopauzale hemorragie, gevoelige borsten, vulvovaginale candidiasis, vaginale bloeding, bekkenpijn, cervicale dysplasie. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): acne. Vaginale mycose, tepelpijn.
Zelden 0,01-0,1%): jeuk.
Verder zijn gemeld: duizeligheid, hoofdpijn, migraine, visusstoornissen (zoals troebel zien), gastro–intestinale klachten, depressie, oedeem, huiduitslag, seborroïsche dermatitis, galblaasaandoeningen, huid– en subcutane aandoeningen (zoals chloasma, erythema multiforme, erythema nodosum, vasculaire purpura), spier– en gewrichtspijn, veranderingen in leverfunctiewaarden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): uteriene of vaginale bloeding (incl. doorbraakbloedingen), hypomenorroe.
Vaak (1-10%): amenorroe. Misselijkheid en braken. Hoofdpijn, oedeem.
Soms (0,1-1%): migraine.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties, urticaria, huiduitslag. Geelzucht, verandering van leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): visusstoornissen, dyspneu. Voorts kunnen optreden: verandering van het libido en bij chronische en hoge doseringen: acne, (verergeren van) depressie, water- en zoutretentie, gewichtstoename en hirsutisme.
Interacties
Het effect van anticoagulantia kan worden versterkt, omdat tibolon de fibrinolytische activiteit in het bloed kan verhogen.
In vitro remt tibolon CYP2C9; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte, zoals fenytoïne en tolbutamide.
Theoretisch kan door gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine) de werkzaamheid afnemen.
Interacties
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid en mogelijk ook felbamaat, griseofulvine, oxcarbazepine en topiramaat, kan de werking van norethisteron afnemen.
Veel HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Sterke of matige CYP3A4 remmers (o.a. ketoconazol, itraconazol, claritromycine) kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen.
Door gebruik van progestagenen kan de plasmaspiegel van lamotrigine dalen en die van ciclosporine stijgen.
Het gebruik kan bepaalde laboratoriumtesten beïnvloeden.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Dierstudies laten een embryotoxische werking zien. Bij optreden van zwangerschap de behandeling direct staken.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Vruchtbaarheid: Dierstudies laten antifertiele effecten zien.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens aanwijzingen voor schadelijkheid (tijdelijke clitorishypertrofie).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Tijdens behandeling is een ovulatie niet geheel uit te sluiten; gebruik van een niet-hormonaal voorbehoedmiddel (bv. condoom) is aangewezen.
Lactatie
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Norethisteron kan in hoge dosis de borstvoeding onderdrukken; tevens kan het de kwaliteit van de moedermelk nadelig beïnvloeden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie) of arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct, CVA of TIA) in de anamnese;
- trombofiele aandoening (zoals proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie);
- acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumoren;
- mammacarcinoom in de anamnese;
- onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- acute porfyrie.
Contra-indicaties
- Bestaande of eerder doorgemaakte ernstige leveraandoeningen zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd.
- Goed- of kwaadaardige levertumoren in de anamnese.
- Actuele of doorgemaakte veneuze trombose (diepveneuze trombose, longembolie).
- Actuele of doorgemaakte arteriële trombose (zoals myocardinfarct) of prodromale aandoeningen (zoals angina pectoris en TIA).
- Actuele of doorgemaakte CVA.
- Veel kans op veneuze of arteriële trombose.
- Al dan niet erfelijke predispositie voor veneuze of arteriële trombose, zoals geactiveerd proteïne C (APC)-resistentie, proteïne C–, proteïne S– of antitrombinedeficiëntie, hyperhomocysteïnemie en aanwezigheid van anti-fosfolipide-antilichamen.
- Migraine met focale neurologische symptomen in de anamnese.
- Diabetes mellitus met vaatproblemen.
- Geslachtshormoonafhankelijke maligne tumoren.
- Onverklaarde vaginale bloedingen.
- Acute porfyrie.
- Anamnese van icterus, herpes gestationis en verergering van otosclerose tijdens zwangerschap of gebruik van geslachtshormonen.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Interacties, Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Combineer tibolon niet met andere HST-preparaten.
Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen (i.v.m. terugkeren of verergeren) in de voorgeschiedenis:
- uterusmyomen of endometriose,
- endometriumhyperplasie,
- risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie hierna),
- risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
- hypertensie,
- leveraandoening,
- cholelithiase,
- diabetes mellitus,
- migraine of ernstige hoofdpijn,
- systemische lupus erythematodes,
- epilepsie,
- astma,
- otosclerose.
Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, in verband met mogelijke vochtretentie. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis.
Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:
- tekenen van trombose;
- significante stijging van de bloeddruk;
- geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
- voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn;
- zwangerschap.
De kans op endometriumcarcinoom neemt toe, vooral bij een langere behandelduur. Transvaginale echo's laten zien dat met tibolon de endometriumwand dikker wordt. Verwijs voor een gynaecologisch onderzoek door, indien doorbraakbloedingen na zes maanden behandeling nog steeds optreden, òf 6 maanden na beginnen van de behandeling voor het eerst optreden, òf aanhouden na stoppen van de behandeling.
De kans op mammacarcinoom neemt toe naarmate de duur van het gebruik; na 3 jaar van gebruik is de kanstoename statistisch waarneembaar. Na staken van de hormoonsuppletietherapie neemt de opgebouwde kans af; dit duurt langer naarmate het middel langer werd gebruikt.
In tegenstelling tot bij andere HST, suggereren gegevens uit klinische studies dat de mammografische dichtheid niet toeneemt bij vrouwen die met tibolon behandeld worden.
Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom licht toe, wat statistisch waarneembaar wordt binnen 5 jaar van gebruik.
De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), carcinoom, systemische lupus erythematodes en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, de behandeling vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken en pas hervatten bij volledige mobilisatie.
De kans op ischemisch CVA neemt toe vanaf het eerste jaar van behandeling met tibolon, vooral bij een hogere leeftijd (> 60 j.).
Er zijn enige aanwijzingen voor een toegenomen kans op dementie bij vrouwen die met hormoonsuppletietherapie zijn gestart op een leeftijd > 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de toediening bij hevige hoofdpijn, voor het eerst optreden van migraineuze hoofdpijn, bij plotselinge visus- of gehoorstoornissen, bij de eerste tekenen van tromboflebitis of trombo-embolie, bij sterke stijging van de bloeddruk, bij geelzucht, hepatitis en gegeneraliseerde jeuk. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij hartfalen, lever- of nierfunctiestoornis, epilepsie en migraine in verband met mogelijke vochtretentie. Behandeling met progestagenen kan een daling van de glucosetolerantie geven; daarom bij diabetes mellitus de bloedglucosespiegel nauwlettend controleren. Patiënten met depressie in de anamnese zorgvuldig observeren; staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert. Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
Norethisteron wordt gedeeltelijk gemetaboliseerd tot ethinylestradiol; daarom kunnen de volgende waarschuwingen met betrekking tot gecombineerde orale anticonceptiva ook van toepassing zijn.
Bij aanwezigheid van risicofactoren voor veneuze of arteriële aandoeningen, het gebruik afwegen. Het gebruik kan de kans op veneuze trombo–embolische aandoeningen verhogen, met name in het eerste jaar; de kans neemt toe bij toenemende leeftijd, positieve familie-anamnese (veneuze trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), bij immobilisatie, operatie (m.n. van de benen), grote traumata, recente bevalling of miskraam in het tweede trimester, obesitas (BMI > 30 kg/m²) en mogelijk bij oppervlakkige flebitis en varicosis. Er bestaat tevens meer kans op arteriële complicaties (myocardinfarct of beroerte), maar dit is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van andere risicofactoren zoals hogere leeftijd, roken (m.n. bij vrouwen > 35 j.), dyslipoproteïnemie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), hypertensie, migraine, diabetes mellitus, positieve familie-anamnese (arteriële trombo-embolie op lage leeftijd bij een eerstegraads familielid), hartklepziekte en atriumfibrilleren. Wees voorzichtig bij andere aandoeningen waarbij vaatstoornissen kunnen optreden zoals systemische lupus erythematodes, hemolytisch uremisch syndroom, chronische inflammatoire darmziekte en sikkelcelanemie.
Tumoren: In epidemiologisch onderzoek is toename van de kans op borstkanker gerapporteerd, alsmede van optreden van cervixcarcinoom bij langerdurend gebruik van OAC's. De toegenomen kans op borstkanker en cervixcarcinoom verdwijnt binnen 10 jaar na staken van de inname.
Andere aandoeningen: Erfelijk angio–oedeem kan verergeren door exogene oestrogenen. Bij hypertriglyceridemie, of een positieve familie-anamnese hiervoor, bedacht zijn op meer kans op pancreatitis.
Eigenschappen
Steroïd met oestrogene, progestagene en androgene activiteit. Heeft oestrogene effecten op vasomotorische symptomen. Werking: binnen enkele weken, optimaal na ten minste drie maanden.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig. |
T max | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) 1–1,5 uur. |
Metabolisering | na orale toediening vindt snelle omzetting plaats in twee metabolieten (3α-OH- en 3β-OH-tibolon) met oestrogene activiteit en een metaboliet met progestagene en androgene activiteit. |
Eliminatie | grotendeels in de vorm van geconjugeerde metabolieten, vnl. met de feces. |
T 1/2el | (van 3α-OH- en 3β-OH-tibolon) ca. 7 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Steroïd met progestagene werking. Brengt een endometrium, dat onder invloed van oestrogenen tot ontwikkeling is gebracht, in de secretiefase. Bij continue toediening worden zowel de ovulatie als de menstruatie onderdrukt.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
F | ca. 64%. |
T max | < 1,5 uur. Wordt voor ca. 35% gebonden aan SHBG (sex hormoon bindend globuline) en voor 61% aan albumine. |
V d | ca. 4,4 l/kg. |
Metabolisering | vooral in de lever, gedeeltelijk tot ethinylestradiol. |
Eliminatie | vnl. als metaboliet: ca. 70% via de urine binnen 24 uur, de rest met de feces. |
T 1/2el | 5–13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
tibolon hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
norethisteron hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk