Advies

Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum.

Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).

Behandelplan

Functionele obstipatie

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    Algemeen

    Voeding

    Bij obstipatie veroorzaakt door medicatie

    • Beoordeel of het middel kan worden gestaakt. Zie voor voorbeelden van medicatie die obstipatie kan veroorzaken de Toelichting.
    • Een opioïd moet altijd samen met een laxans worden gestart, tenzij sprake is van diarree, zie stap 2;
    • Voeg een laxans aan de medicatie toe als er geen alternatieve behandeling is, zie stap 2.

    Bij kinderen ook

    • Adviseer een poepdagboek bij te houden;
    • Adviseer toilettraining bij kinderen ≥ 4 jaar.

    Ga naar stap 2 als na twee weken geen verbetering optreedt, of eerder als de patiënt veel hinder ervaart.

    Ga naar stap 2 bij start van een opioïde (tenzij er sprake is van diarree).

    Toelichting

    Vezels houden water vast zodat de fecesmassa groter en zachter is. Daarnaast bevorderen vezels de peristaltiek. Lichaamsbeweging heeft ook een gunstig effect op de darmperistaltiek.

    Als de patiënt al voldoet aan de adviezen over voldoende vezels, vocht en lichaamsbeweging, is het niet noodzakelijk nog extra vocht, extra vezels of extra beweging te adviseren.

    Indien een dieet niet volstaat, zijn vezelpreparaten een alternatief. Er zijn aanwijzingen dat vezelpreparaten bij kinderen en volwassenen enig, zij het wisselend, effect hebben op obstipatie, maar het bewijs is mager. Daarom beveelt het NHG extra vezels in de vorm van vezelpreparaten niet standaard aan bij kinderen en volwassenen voor de behandeling van obstipatie  1.

    Volgens Ephor wordt psyllium als mogelijk middel bij obsipatie, wegens aangetoonde effectiviteit en een klein interactiepotentieel bij een kleine groep ouderen. Ephor ontraadt om psylliumvezels gelijktijdig te gebruiken met geneesmiddelen die de intestinale peristaltiek verminderen, zoals opioiden, of wanneer een ileus wordt vermoed 2.

    Geneesmiddelen die aanleiding kunnen geven tot obstipatie zijn o.a.: anticholinergica (o.a. antihistaminica, TCA’s, antipsychotica, parkinsonmedicatie), serotonineheropname-remmers, supplementen (o.a. calcium en ijzer), calciumantagonisten, diuretica, NSAID’s, aluminiumbevattende antacida 1.

  2. Start een osmotisch werkend laxans

    Kies één van de volgende middelen:

    Evalueer bij ernstige klachten na drie dagen en bij milde klachten na twee weken.

    Bij onvoldoende effect: verhoog de dosering tot de maximale dosering.

    Schrijf het andere middel van eerste keus voor als de patiënt het voorgeschreven middel niet goed verdraagt, bv. bij opgeblazen gevoel of vieze smaak 1.

    Ga naar stap 3 als het middel ook bij maximale dosering onvoldoende werkzaam is.

    Toelichting

    Macrogol (met en zonder elektrolyten) en lactulose zijn voldoende effectief voor de behandeling van obstipatie en zijn daarom middelen van eerste keus. Volgens het NHG zijn er weinig studies naar laxantia bij obstipatie in de eerstelijnszorg verricht en zijn de beschikbare studies soms niet van goede kwaliteit. Daarom kan geen duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen verschillende laxantia voor toepassing in de eerstelijnszorg.

    Macrogol (met en zonder elektrolyten) en lactulose zijn de standaardbehandeling vanwege hun osmotische werking, het milde bijwerkingenpatroon en de brede toepasbaarheid. Deze middelen houden vocht vast in de darm waarmee ze de massa die weker wordt, vergroten. Dit bevordert de darmperistaltiek.

    Lactitol is een alternatief voor lactulose omdat het een synthetisch derivaat is van lactulose 1. De voorkeur gaat uit naar lactulose, vanwege de lagere kosten.

    Volgens de NVK is macrogol (met of zonder elektrolyten) eerste keus bij kinderen met obstipatie. Macrogol is bij deze groep effectiever dan lactulose, magnesiumhydroxide, paraffine of placebo. Er zijn meer studies verricht met lactulose dan met magnesiumhydroxide en paraffine bij kinderen met obstipatie. Lactulose wordt als veilig beschouwd voor alle leeftijden. Daarom adviseert de NVK lactulose als macrogol niet beschikbaar is 3.

    Volgens Ephor heeft macrogol bij obstipatie bij ouderen de voorkeur boven lactulose, vanwege bewezen effectiviteit, gunstig bijwerkingenprofiel en klein interactiepotentieel 4.

    Als er veel klachten zijn, is het van belang voldoende hoog te doseren, zodat uitstellen van de defecatie niet meer mogelijk is 1.

  3. Schakel over op, of voeg toe een ander laxans

    Volwassenen 1:

    Kinderen tot 18 jaar 3:

    Ga naar stap 4 indien bij ernstige klachten na 3 dagen orale therapie, defecatie uitblijft.

    Let op

    Langdurig gebruik van hoge doses magnesiumhydroxide bij jonge kinderen, vooral bij een nierfunctiestoornis, kan leiden tot hypermagnesiëmie.

    Bij gebruik van magnesiumhydroxide voor obstipatie is kauwen van de tabletten niet nodig 5.

    Toelichting

    Indien macrogol met of zonder elektrolyten of lactulose niet, of onvoldoende, werkzaam is ondanks maximale dosering, dan is de volgende stap het overstappen op, of toevoegen van, een ander laxans, bij voorkeur met een ander werkingsmechanisme. Kies uit een contactlaxans (bisacodyl, sennosiden) of eventueel een ander osmotisch werkend laxans (bv. magnesiumhydroxide of bij kinderen paraffine) 1 3. Afhankelijk van de werkzaamheid van het eerste middel, kan deze worden gecontinueerd 1.

    Met de bovengenoemde laxantia is er in verschillende mate ervaring in de praktijk. Echter, wetenschappelijke onderbouwing voor de effectiviteit ontbreekt en de langetermijn-bijwerkingen zijn niet bekend 1 3.

    Magnesiumhydroxide is geregistreerd voor de behandeling van maagklachten en gastro-oesofageale reflux en wordt regelmatig off-label voorgeschreven voor behandeling van obstipatie.

  4. Overweeg overschakelen op rectale medicatie

    Overweeg één van de volgende middelen:

    Let op

    Geef geen natriumfosfaatklysma bij verdenking op de ziekte van Hirschsprung, omdat dit kan leiden tot te hoge fosfaatspiegels 3. Overige contra-indicaties zijn o.a. een matig en ernstig verminderde nierfunctie, dehydratie en een verstoring van de elektrolytenbalans (bv. hyperfosfatemie). Zie voor de volledige lijst de geneesmiddeltekst.

    Toelichting

    De werkzaamheid van klysma’s is niet wetenschappelijk aangetoond, maar berust vooral op praktijkervaring 1.

    Volgens de NVK hebben orale laxantia bij kinderen in principe de voorkeur, omdat deze minder belastend voor het kind zijn. Indien echter ondanks initiële of optimale onderhoudstherapie, gedurende 3 dagen niet gepoept is, kan er een klysma of bisacodyl zetpil overwogen worden 3.

Het NHG ontraadt uit voorzorg het gebruik van paraffine bij functionele obstipatie. Volgens de NVK is paraffine wel een optie bij kinderen met obstipatie (zie stap 3).

Toelichting

Paraffine kan mogelijk een aspiratieapneu kan veroorzaken. Vanwege de ernst van deze complicatie ontraadt het NHG het gebruik 1.

Obstipatie in de palliatieve fase

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    Algemeen

    • Geef voorlichting over de voorwaarden voor een goede defecatie: privacy, aangepast toilet of postoel, goede en ontspannen houding;
    • Behandel in eerste instantie de oorzaak, indien haalbaar, zinvol en gewenst door de patiënt, zie Toelichting;
    • Wijs op het belang van inname van voldoende vocht en voedingsvezels, indien haalbaar;
    • Overweeg dagelijks buikmassage;
    • Motiveer om, indien haalbaar, zo veel mogelijk te bewegen.

    Bij obstipatie veroorzaakt door medicatie

    • Beoordeel of het middel kan worden gestaakt (vooral opioïden en middelen met een anticholinerge werking);
    • Een opioïd moet altijd samen met een laxans worden gestart, tenzij sprake is van diarree, zie stap 2;
    • Overweeg opioïdrotatie bij opioïdgeïnduceerde obstipatie en indien het opioïd niet gestaakt of vervangen kan worden, zie de Toelichting;
    • Voeg een laxans aan de medicatie toe als er geen alternatieve behandeling is, zie stap 2.

    Ga naar stap 2 indien niet-medicamenteuze adviezen ongewenst, niet haalbaar of niet effectief zijn.

    Toelichting

    Tracht in eerste instantie de oorzaak te behandelen, indien haalbaar, zinvol en gewenst door de patiënt. Bijvoorbeeld:

    • opheffen van de obstructie (bv. een ileus);
    • behandeling van bijkomende aandoeningen in het rectale gebied (bv. anusfissuur, hemorroïden, perianaal abces, retentieblaas);
    • aanpassing van de medicatie
      • bij gebruik van opioïden:
        • staken van opioïden indien mogelijk;
        • opioïdrotatie, zie hieronder.
      • bij andere medicatie die aanleiding kan geven tot obstipatie:
        • Staken of vervangen indien mogelijk: anticholinergica (o.a. antihistaminica, TCA’s, antipsychotica, parkinsonmedicatie), serotonineheropname-remmers, supplementen (o.a. calcium en ijzer), calciumantagonisten, diuretica, NSAID’s, aluminiumbevattende antacida 1.
    • behandeling elektrolytenstoornissen;
    • behandeling hypothyreoïdie.

    Bij obstipatie door langdurig opioidgebruik in de palliatieve fase zijn er enige aanwijzingen dat opioïdrotatie leidt tot afname van obstipatie. Roteer bij voorkeur naar fentanyl (transdermaal), vanwege minder kans op obstipatie met dit middel. Als de patiënt al fentanyl gebruikt, roteer dan naar morfine of oxycodon 5. Zie ook de omrekentabel in opioïden.

    Buikmassage kan leiden tot vermindering van obstipatieklachten en kan leiden tot meer darmbewegingen. Verschillende gerandomiseerde studies laten een effect zien van buikmassage bij obstipatie door verscheidene oorzaken.

    De gebruikelijke niet-medicamenteuze adviezen voor obstipatie gelden ook voor patiënten in de palliatieve fase, mits haalbaar. Als de lichamelijke conditie in de loop van het ziekteproces afneemt, zal de haalbaarheid echter steeds minder worden 5.

  2. Start met een osmotisch werkend laxans

    Kies één van de volgende orale middelen:

    Evalueer het effect elke 2-3 dagen, zo nodig eerder.

    Bij onvoldoende effect: verhoog de dosering tot de maximale dosering of ga naar stap 3.

    Let op

    Bij gebruik van magnesiumhydroxide voor obstipatie is kauwen van de tabletten niet nodig 5.

    Toelichting

    Volgens de NVMDL heeft een osmotisch laxans de voorkeur. Op basis van effectiviteit bij chronische/functionele obstipatie geeft de richtlijn de voorkeur aan macrogol (al dan niet met elektrolyten) boven lactulose. Er zijn geen verschillen in bijwerkingen. De voorkeur van de patiënt/arts, bijwerkingen en contra-indicaties bepalen de keuze.

    Magnesiumhydroxide is geregistreerd voor de behandeling van maagklachten en gastro-oesofageale reflux en wordt regelmatig off-label voorgeschreven voor behandeling van obstipatie. Hoewel er geen studies zijn over de effectiviteit van magnesiumhydroxide, zijn volgens de NVMDL macrogol (met of zonder elektrolyten) en magnesiumhydroxide equivalente eerstekeus middelen voor behandeling van obstipatie in de palliatieve zorg 5.

    Volgens Ephor heeft macrogol, bij obstipatie bij ouderen, de voorkeur boven lactulose, vanwege bewezen effectiviteit, een gunstig bijwerkingenprofiel en klein interactiepotentieel 4. Magnesiumhydroxide is door Ephor niet beoordeeld.

  3. 3. Schakel over op, of voeg toe een contactlaxans

  4. Voeg een oraal contactlans toe

    Ga naar stap 4 bij ernstige obstipatie ondanks behandeling met een osmotisch laxans en een contactlaxans.

    Toelichting

    Hoewel niet bewezen is dat osmotische laxantia effectiever zijn dan contactlaxantia en/of minder bijwerkingen hebben, zijn contactlaxantia in Nederland over het algemeen tweedekeusmiddelen, meestal als toevoeging aan een osmotisch laxans. Er bestaat volgens de NVMDL geen voorkeur voor oraal bisacodyl of sennosiden 5.

  5. Schakel over op rectaal bisacodyl

    Als orale inname van een laxans niet mogelijk of niet gewenst is, bij incontinentie voor ontlasting (bv. bij een dwarslaesie) of bij obstipatie ondanks zeer frequente defecatie zoals bij overloopdiarree:

    Ga naar stap 4 bij ernstige obstipatie, ondanks behandeling met een osmotisch laxans en een contactlaxans.

    Toelichting

    Rectaal bisacodyl heeft een voorspelbare en snellere werking. Dit kan een voordeel zijn als orale toediening van laxantia niet mogelijk of gewenst is, bij incontinentie voor ontlasting (de verzorging is dan planbaar) of als er sprake is van obstipatie ondanks zeer frequente defecatie zoals bij overloopdiarree. Er kan dan gezorgd worden voor een zo compleet mogelijke evacuatie van het rectum in een keer 5.

  6. Pas beleid aan

    Overweeg linaclotide of, bij opioïdgeïnduceerde obstipatie, een opioïdantagonist.

  7. Overweeg linaclotide

    Ga naar stap 5 bij ernstige obstipatie, als er geen reactie is op orale en rectale laxantia.

    Toelichting

    Overweeg een onderhoudsbehandeling met linaclotide via de MDL-arts bij onvoldoende effect van een combinatie van een adequaat gedoseerd osmotisch laxans en een contactlaxans 5.

  8. Bij opioïde geïnduceerde obstipatie: overweeg opioïdantagonist

    Staak de laxantia en kies één van de volgende middelen:

    Ga naar stap 5 bij ernstige obstipatie, als er geen reactie is op orale en rectale laxantia.

    Toelichting

    Naloxegol als onderhoudsbehandeling kan een alternatief zijn bij obstipatie door opioïdgebruik wanneer toepassing van andere middelen volgens een optimaal laxansschema onvoldoende resultaat geven. Het is niet werkzaam bij obstipatie door andere oorzaken. De NVMDL geeft de voorkeur aan naloxegol, vanwege de mogelijkheid van orale toediening 5. Naloxegol is niet onderzocht binnen een populatie met ernstig gevorderde (maligne/palliatieve) ziekte, maar wordt door de NVDML toch geadviseerd 5.

    Methylnaltrexon is geregistreerd voor de behandeling van obstipatie door opioïdgebruik tevens bij patiënten met gevorderde ziekte die palliatieve zorg krijgen, als een optimaal laxansregime onvoldoende effect heeft. Methylnaltrexon is een opioïdreceptorantagonist met een selectieve werking op de µ-receptor. Methylnaltrexon wordt subcutaan toegediend.

  9. Overweeg eenmalig colonlavage

    Overweeg eenmalige colonlavage met één van de volgende middelen:

    Toelichting

    Deze middelen (in de genoemde dosering) zijn niet geschikt voor de onderhoudsbehandeling van ernstige obstipatie 5.

De vaste combinatie oxycodon met naloxon heeft een therapeutische minderwaarde bij patiënten met laxans-refractaire opioïde geïnduceerde obstipatie.

Toelichting

Het is niet aangetoond dat de vaste combinatie oxycodon/naloxon farmacotherapeutisch even goed of beter is dan oxycodon in combinatie met een optimaal laxansregime bij patiënten met ernstige pijn. Ook is het onduidelijk of de hoeveelheid naloxon obstipatie voorkomt indien bij ernstige pijn er een hogere dosering oxycodon bij moet worden gegeven 6.

Obstipatie met fecale impactie

Bij fecale impactie zijn er verschillende medicamenteuze behandelopties. Bij ernstige fecale impactie kunnen feces ook manueel worden verwijderd door een arts of verpleegkundige 5.

  1. Start medicamenteuze behandeling

  2. Klysma

    Geef bij onvoldoende effect:

    Eventueel voorafgegaan door:

    Toelichting

    De werkzaamheid van klysma’s bij fecale impactie is niet wetenschappelijk aangetoond, maar berust op praktijkervaring 1 5. Zelf-toegediende klysma's in kleine hoeveelheden zijn vaak voldoende. Klinisch toegediende grootvolumeklysma's zoals een natriumfosfaatklysma moeten worden toegediend door een ervaren medewerker 5.

  3. Oraal laxans (voorkeur bij kinderen)

    Toelichting

    Macrogol met elektrolyten is geregistreerd voor fecale impactie. Onderzoek hierbij is vooral gedaan bij kinderen. Volgens de NVK zijn hoge doses orale macrogol met elektrolyten in vergelijking met klysma’s geassocieerd met meer kans op fecale incontinentie gedurende de behandeling van fecale impactie. Toch adviseert de NVK om bij kinderen met obstipatie bij voorkeur orale laxantia te gebruiken, omdat deze minder belastend zijn voor het kind 3.

  4. Bij opioïdgeïnduceerde fecale impactie

    Overweeg:

    Toelichting

    Volgens de NVMDL is methylnaltrexon een optie bij volwassenen met fecale impactie bij gebruik van opioïden. Het is niet bekend hoe de effectiviteit van methylnaltrexon zich verhoudt tot die van een klysma of van hoge doseringen macrogol 4.

Achtergrond

Definitie

Obstipatie is het weinig frequent en met moeite produceren van ontlasting. Meestal is de ontlasting hard. De gemiddelde defecatiefrequentie bij gezonde personen varieert van driemaal daags tot eenmaal per twee dagen.

Obstipatie kan een onderliggende somatische oorzaak hebben, bv. hypothyroïdie, diabetes mellitus, zwangerschap, bekkenbodempathologie, ziekte van Parkinson, multiple sclerose, fissura ani, hemorroïden, ziekte van Hirschsprung. Somatische oorzaken van obstipatie komen vooral voor bij volwassenen, zelden bij kinderen.

In de meeste gevallen is er geen onderliggende pathologie en spreekt men over functionele obstipatie. Hierbij kunnen weinig lichaamsbeweging, weinig drinken, onvoldoende vezelinname of niet toegeven aan de defecatiedrang (m.n. bij kinderen) een rol spelen. Ook bepaalde geneesmiddelen hebben als bijwerking obstipatie, bijvoorbeeld:

  • opioïden;
  • anticholinergica;
  • serotonineheropnameremmers (SSRI);
  • anti-epileptica;
  • bisfosfonaten;
  • ijzer- en calciumpreparaten
  • aluminiumbevattende antacida;
  • NSAID’s;
  • calciumantagonisten;
  • diuretica.

Obstipatie kan daarnaast deel uitmaken van het prikkelbaredarmsyndroom, zie voor het beleid prikkelbaredarmsyndroom.

De oorzaak van obstipatie in de palliatieve fase is vaak multifactorieel. Primaire oorzaken kunnen zijn een verminderde inname van vezels en vocht, inactiviteit, zwakte en/of bedlegerigheid, het niet kunnen defeceren op een toilet of postoel of een gebrek aan privacy. Secundaire oorzaken zijn bijvoorbeeld een onderliggende aandoening of het gebruik van medicatie, zoals opioïden, anticholinergica of SSRI’s.

Van obstipatie met fecale impactie is sprake, als de ontlasting in de dikke darm zodanig is ingedikt en hard geworden dat spontaan lozen ervan niet meer mogelijk is. In de meeste gevallen bevindt de impactie zich in het rectosigmoïd.

Symptomen

Bij volwassenen is sprake van obstipatie als ten minste twee van de volgende symptomen zich voordoen:

  • defecatiefrequentie ≤ 2× per week;
  • hard persen tijdens defecatie;
  • harde en/of keutelige defecatie;
  • gevoel van incomplete defecatie;gevoel van anorectale obstructie of blokkade;
  • handmatig handelen noodzakelijk om ontlasting te verwijderen.

Bij kinderen is sprake van obstipatie als ten minste twee van de volgende symptomen zich voordoen:

  • defecatiefrequentie ≤ 2× per week;
  • ophouden van ontlasting;
  • pijnlijke, harde of keutelige defecatie;
  • grote hoeveelheid in luier of toilet;
  • grote fecale massa palpabel in abdomen of rectum;
  • fecale incontinentie ≥ 1 episode per week (indien zindelijk).

Obstipatie kan leiden tot paradoxale diarree (ook 'overloopdiarree' genoemd): lekkage van dunne ontlasting langs een ingedikte fecesprop. Het is van groot belang om deze oorzaak te onderkennen bij patiënten met diarree en een behandeling in te stellen die gericht is op de obstipatie.

Fecale impactie kan een gevolg zijn van een onbehandelde obstipatie en vertoont dus alle verschijnselen van een obstipatie, zoals pijn in de buik of het anorectale gebied, opgezette buik, etc. Bij fecale impactie kan ileus of darmperforatie optreden.

Behandeldoel

Het doel van de behandeling van obstipatie is om de ontlasting zachter te maken en zacht te houden.

Het doel van de behandeling van fecale impactie is lediging van het rectum, om daarmee een toename van de obstipatie en mogelijk een darmperforatie te voorkomen.

Uitgangspunten

Behandeling van functionele obstipatie vindt veelal plaats in de eerstelijnszorg. Behandel indien mogelijk, zinvol en gewenst de oorzaak van obstipatie. Als obstipatie het gevolg is van een geneesmiddel, ga dan in de eerste plaats na of het betreffende geneesmiddel kan worden gestaakt of vervangen 1.

Medicamenteuze therapie komt in aanmerking bij functionele obstipatie als na twee weken niet-medicamenteuze therapie geen verbetering optreedt, of eerder als de patiënt veel hinder ervaart. Dan kan naast voorlichting ook direct met medicatie worden gestart. De behandeling van obstipatie begint doorgaans met het zachter maken van de ontlasting met een osmotisch werkend laxans. Daarna kan bij onvoldoende effect de darm worden geprikkeld met een contactlaxans.

Door gebrek aan goede onderzoeksgegevens vindt de keuze voor een laxans vooral plaats op basis van klinische ervaring, werkingsmechanisme en patiëntvoorkeur 1 3 5.

Continueer de behandeling wanneer de patiënt geen klachten meer heeft. Overleg hierna met de patiënt wanneer een goed moment is om te starten met afbouwen. Bouw de behandeling naar eigen inzicht geleidelijk af 1. Bij kinderen wordt aangeraden om, indien er geen klachten meer zijn, de behandeling nog twee maanden voort te zetten en daarna af te bouwen. Als afbouwen niet lukt, continueer dan de behandeling en heroverweeg de diagnose functionele obstipatie 1. Vaak is het gebruik van laxantia bij kinderen echter langer nodig; doorgaans minimaal 6 maanden maar dit kan oplopen tot jaren 3. Het langdurig gebruik van laxantia leidt niet tot een ‘luie darm’ 1.

Inventariseer bij alle patiënten in de palliatieve fase regelmatig of er sprake is van obstipatie. Het vroegtijdig signaleren van obstipatie in de palliatieve fase is het grootste knelpunt, met name bij een verminderde mobiliteit. Naar de effectiviteit van laxantia ter behandeling van obstipatie in de palliatieve fase is nauwelijks onderzoek verricht. Op basis van de beschikbare evidence kan geen voorkeur worden uitgesproken voor een specifiek laxans. Aanbevelingen worden voornamelijk gedaan op basis van klinische ervaring en onderzoek bij patiënten met obstipatie door andere oorzaken. Vaker dan bij functionele obstipatie zal een rectale toedieningsvorm de voorkeur hebben 5.

Fecale impactie is, vooral bij ouderen, een probleem dat niet altijd adequaat wordt herkend en behandeld. Onderbehandeling kan leiden tot symptomen als overloopdiarree met passieve fecale incontinentie, en ernstige complicaties zoals anorexie, braken en vermagering. Daarnaast kan het leiden tot lokale complicaties zoals rectale ulcera, bloedingen en perforaties 7. Indien fecale impactie aanwezig is, kan een klysma worden overwogen als onderdeel van de medicamenteuze behandeling 1.